De sociale zekerheid van de zeevarenden wordt beheerd door de RSZ. De werking, het beheer en de actuele cijfers over de leden: hier leest u alles over deze specifieke regeling in 2021.
De sociale zekerheid van zeevarenden organiseren
Werking van de sociale zekerheid van zeevarenden
Het socialezekerheidsstelsel van de zeevarenden wordt beheerd door de RSZ, op basis van een lijst genaamd 'Pool'. Zeevarenden die zich willen aansluiten schrijven zich daarop in.
Beheer van de regeling door de RSZ
De RSZ beheert de regeling van de sociale zekerheid van zeevarenden en neemt in het kader daarvan de volgende taken voor zijn rekening:
- registratie en controle van de aangifte van de loon- en arbeidstijdgegevens en de verschuldigde sociale bijdragen (integratie in DIMONA en DmfA): uitgevoerd door de Algemene directie Identificatie en Controle van de Aangiften (AD III),
- inning van de verschuldigde socialezekerheidsbijdragen: uitgevoerd door de Algemene directie van de Inningsdiensten (AD II),
- beheer van de Poollijst,
- oekenning van de rechten op wachtgelden, en
- toekenning van de rechten op een vergoeding wegens zeegewenning: uitgevoerd door de Algemene directie Sociale Maribel en Overzeese Sociale Zekerheid (AD VII).
De Poollijst: essentieel voor het beheer
De zeevarenden schrijven zich in op de 'Poollijst' om zich bij de Belgische sociale zekerheid van zeevarenden te kunnen aansluiten.
Inschrijven op de Poollijst is verplicht voor twee groepen:
- zeevarenden die tewerkgesteld zijn onder de Belgische sociale zekerheid, en
- werkloze zeelieden die ter beschikking staan van de Belgische maritieme sector.
Het beheerscomité zeevarenden binnen de RSZ staat in voor het beheer van de lijst.Het comité heeft beslissingsbevoegdheid over Poolzaken en een adviserende bevoegdheid over de sociale zekerheid van zeevarenden.
De sociale zekerheid van zeevarenden in 2021
Bekijk hier de belangrijkste cijfers van de sociale zekerheid van zeevarenden in 2021.
Stijging van het aantal ingeschreven zeevarenden in de Poollijst
Op 1 januari 2022 waren er 1.374 zeevarenden ingeschreven in de Pool van de zeevarenden. Het totale aantal ingeschrevenen in de Poollijst vertoont een stijging van 9,48% in vergelijking met het jaar voordien. Op 1 juli 2020 werd een Vlaamse steunmaatregel inzake sociale zekerheid van kracht voor schepen die instaan voor bevoorrading en ondersteuning. De maatregel heeft een merkbare positieve invloed op het aantal zeevarenden dat valt onder de Belgische sociale zekerheid.
Op 1 januari 2022 behoorden 56% van de zeelieden ingeschreven in de Pool tot de koopvaardijsector, 30% tot de baggersector, 7% tot de offshoresector en 6% tot de zeesleepvaartsector. Het aandeel van de zeelieden ingeschreven voor de baggersector stabiliseert zich. De shoregang is een uitgedoofde categorie en De B-Pool is een uitdovende categorie.
De meerderheid van de ingeschreven zeelieden woont in België (53% op 1 januari 2022). De zeelieden die in het buitenland wonen, zijn behoudens twee uitzonderingen allemaal in een EER-lidstaat gevestigd.
Aantal ingeschreven zeevarenden naar geslacht
Het beroep van zeevarende onder de Belgische sociale zekerheid is van oudsher een mannelijk beroep. Het aantal vrouwen in zeevarende beroepen blijft zeer beperkt.
Aantal ingeschreven zeevarenden naar rang
De overgrote meerderheid van de ingeschreven zeelieden zijn officieren (91% van het aantal ingeschreven op 1 januari 2022). Het aantal scheepsgezellen onder Belgische sociale zekerheid blijft beperkt tot 9%.Dit is een gevolg van loonkosten op een zeer concurrentiële wereldmarkt. Voor het eerst sinds 2018 is er wel een stijging van het aandeel scheepsgezellen t.o.v. officieren. Het aandeel van de scheepsgezellen was 7% op 1 januari 2021 terwijl het 9% was op 1 januari 2022. Dit is een gevolg van de Vlaamse steunmaatregelen voor bevoorradings-en ondersteuningsschepen die op 1 juli 2020 werden ingevoerd. Ze hebben een positief effect op de tewerkstelling van de zeevarenden onder de Belgische sociale zekerheid voor zeevarenden in de offshoresector.
De verhouding tussen het aantal officieren en het aantal scheepsgezellen varieert naar gelang de subsector. In de offshoresector is het aandeel van de scheepsgezellen merkbaar groter dan in de andere sectoren.
Daling van de wachtgelden voor zeevarenden
De uitbetaalde wachtgelden vertonen een constante daling door de huidige werking van het poolstelsel. Dat is in de praktijk geen werkelijke wervingsreserve meer, maar een lijst van zeevarenden onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid voor zeevarenden en het bestaan van een bij CAO vastgelegd dienstverband van onbepaalde duur.
De categorie shoregangers is uitgedoofd en de B-Pool is uitdovend. De grafiek toont de evolutie van de uitgaven wachtgelden en de uitbetaalde dagen wachtgelden die eenzelfde dalende lijn vertonen. Enkel de categorie zeevarenden is een ‘dynamische’ groep met beperkte in- en uitstroom van zeevarenden.
Zeegewenning: stijging van het aantal vaardagen
De zeegewenning geeft studenten aan maritieme instituten de mogelijkheid om de vaartijd te behalen die nodig is om na hun studies een zeevarend beroep uit te oefenen. Dat maakt van de zeegewenning een belangrijk instrument voor de doorstroming van de studenten naar zeevarende beroepen.
De zeegewenning kende in 2021 een sterke stijging (355 vaartdagen in 2020 en 892 vaartdagen in 2021) door een mindere impact van de coronacrisis in 2021. Toch blijft de impact van de coronacrisis groot. In 2019 waren er nog 1.424 vaartdagen zeegewenning.
Tijdelijke wachtgelden door coronacrisis
De coronacrisis heeft, zoals in de gewone werknemersregeling, nog steeds een grote impact op de tewerkstelling van zeevarenden. De maritieme sectoren ondervinden wereldwijd moeilijkheden om bemanningswissels door te voeren. Zonder deze bemanningswissels moeten sommige zeevarenden meer dagen presteren dan voorzien. Andere zeevarenden die hun bemanning aan boord niet kunnen vervangen moeten terugvallen op tijdelijke wachtgelden.
Evolutie tijdelijke wachtgelden
Het totale aantal dagen tijdelijke wachtgelden in 2021 bedroeg 18.033 dagen. Dit stemde overeen met een totale uitgave van € 651.437. Dit bedrag stemt overeen met de werkelijke rechten op wachtgelden 2021 en kan verschillen met de uitbetaalde wachtgelden in die periode.
Bovenstaande grafiek toont de evolutie van de tijdelijke wachtgelden per maand sinds het begin van de COVID-crisis. Tot en met mei 2020 kenden de tijdelijke wachtgelden een sterke stijging, waarna ze gedaald zijn tot een duizendtal dagen per maand vanaf september 2020 tot september 2021. Daarna is het aantal dagen verder gedaald tot ongeveer 500 dagen per maand.
Het zijn vooral de subsectoren van de koopvaardij en de baggersector die een beroep doen op de tijdelijke wachtgelden (respectievelijk 42% en 43% van het totale aantal dagen), maar deze subsectoren zijn ook met voorsprong de grootste subsectoren inzake tewerkstelling onder de Belgische sociale zekerheid voor zeevarenden.